
Jurisprudentie
BJ5416
Datum uitspraak2009-08-06
Datum gepubliceerd2009-08-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/5405 ANW
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-08-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/5405 ANW
Statusgepubliceerd
Indicatie
Afwijzing verzoek om herziening. Geen feiten of omstandigheden die voldoen aan de drie in artikel 8:88 van de Awb omschreven cumulatieve voorwaarden.
Uitspraak
08/5405 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op het verzoek van:
[Naam verzoekster], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: verzoekster),
om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 juli 2008, 07/3745,
in het geding tussen:
verzoekster
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 6 augustus 2009
I. PROCESVERLOOP
Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 24 juli 2008, 07/3745.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juli 2009. Verzoekster is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.
II. OVERWEGINGEN
1. In de uitspraak van 24 juli 2008 heeft de Raad, oordelend op het hoger beroep van verzoekster, de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 mei 2007, 06/2962, bevestigd. De Raad heeft in bovengenoemde uitspraak overwogen dat de Svb terecht heeft geoordeeld dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden op
21 januari 1996 niet verzekerd was krachtens de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW).
2.1. Op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.2. Het bijzondere rechtsmiddel van herziening is niet gegeven om, anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als hiervoor bedoeld, een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de betrokken uitspraak te openen.
2.3. In hetgeen verzoekster in haar verzoek om herziening heeft aangevoerd heeft de Raad geen feiten of omstandigheden kunnen ontdekken die voldoen aan de drie in artikel 8:88 van de Awb omschreven cumulatieve voorwaarden. De Raad moet dan ook vaststellen dat verzoekster met het onderhavige verzoek kennelijk heeft beoogd op basis van reeds bekende gegevens een - bij het rechtsmiddel van herziening niet passende - hernieuwde discussie te voeren.
2.4. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek om herziening dan ook te worden afgewezen.
3. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van W. Altenaar als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2009.
(get.) H.J. de Mooij.
(get.) W. Altenaar.
DW
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par H.J. de Mooij en présence de W. Altenaar en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 6 Août 2009.